Waarom je direct moet stoppen met het voorspellen van de toekomst
door Johan Stevens


Alweer een tijd geleden las ik in de Jordaan op een raam deze quote:
Niemand dacht dat het zou kunnen lukken
totdat er iemand langskwam die dat niet wist.
Prachtig niet? Op momenten dat het flink tegenzit komt ie vaak prima van pas.

Lees verder... klik op de foto.

Verliefd
Ik ontmoette een vrouw en de vonk die oversloeg was van het zeldzame soort. Toegegeven, ik ben elke week wel een paar keer verliefd op vrouwen die los rondlopen, maar dit was anders. Dit was zinderend. Speciaal. Dit was met lyrische vioolmuziek op de achtergrond. Mijn hart ging open, zoals de hemel plots kan openbreken met een bak zon dat dan ineens op de straat knalt. Je kent het wel. Of nou, ja, dat hoop ik. Van die zon en dat je hart zo open gaat, dat je dat kent. Ik hoop het echt.

Soort van vervelend: deze leuke vrouw had besloten dat ze zwanger ging worden ‘Nu dus zonder man, als dat blijkbaar geen optie is,’ zei ze boos. De vrouw had een beetje dezelfde liefdesgeschiedenis als ik: de laatste jaren was het af en toe wel heel stil gebleven.

De vrouw wilde dus niet daten, hoe leuk ze me ook vond. ‘Sorry, sorry, ik wil niet dat mijn plan nu wordt gedwarsboomd. Je bent een schat echt. Sorry.’

Jammer? Zeker. De dag erna stond ik somber op. Met een zwaar gemoed ging ik onder de douche. Met tegenzin droogde ik me af en tien minuten laten zat ik te knagen op mijn ontbijt. Ik staarde uit het raam, waar de regen tegen aan sloeg. Gedachten bewolkten mijn hoofd. Ik dacht: ‘het gaat natuurlijk nooit lukken…’ ‘ik heb steeds dit soort pech.’ ‘het zal wel een beetje een stille zomer worden.’

Ik liep naar de wc. Ik heb nog nooit met zo’n frons zitten plassen. Ik staarde naar de deur en las toen de quote die daar sinds mijn ontmoeting ermee, op de binnenkant van de WC hangt. ‘Niemand dacht dat het zou kunnen lukken, totdat er iemand langskwam die dat niet wist.’

Ik stak mijn middelste vinger op naar de quote. Ik zuchtte. Ik keek nog eens. Ik glimlachte, met tegenzin maar toch.

Geen idee hoe het met jou zit, eigenlijk vind ik deze quote steeds weer zo prachtig. Hij is eigenlijk als de zon die dan ineens op de straat knalt, die de wolken openbreekt. Bam!

Kijk, ik had verdriet over die vrouw die ik nog maar zo kort kende, die ik lief vond en die besloot om niet met mij te verkeren. Lijkt me een adequate reactie op een situatie die niet zo uitpakt als ik wil. Maar de somberheid die in mijn bloedbanen zat, die somberheid kwam omdat ik gedachten had. Gedachten. En er is niks mis met gedachten, maar ik moet zelf altijd heel erg oppassen dat ik ze ga geloven. Ik weet niet of je dat ook wel eens hebt, maar ik heb best vaak gedachten en die geloof ik dan. Hi-la-risch! Want het zijn vaak gedachten over de toekomst, het zijn gedachten over wat anderen van mij vinden. Dat moet je natuurlijk helemaal niet doen! Waarom hebben ze mij dat op de basisschool niet geleerd: soms heb je gedachten, maar gedachten zijn als wolken. Kijk er naar en zie dat ze weer voorbij trekken. Dat had ik best willen leren, nadat ik had geleerd wat 16 gedeeld door 3 is.

Ik hoorde dit echter pas toen ik op de mindfulnesscursus zat, maar ik vond het wel laat. Als ik naar een feestje ga en ik ken niemand, zijn die gedachten er: Dat zal wel niks worden, sta ik er steeds zo bij, ik blijf wel thuis. Als ik thuis op de bank zit op een zaterdagavond: Die drie vrienden hebben niet teruggebeld omdat ze totaal geen zin hebben in mij. Ik kan dit niet. Ik maak er altijd een potje van. Ik moet harder werken, want ik ben een luilak en dat is fout.

Of wat te denken van gedachten met de woorden ‘altijd’ of ‘nooit’. ‘Mijn vriendin denkt altijd alleen maar aan zichzelf.’ ‘Ik ben degene die altijd pech heeft.’ ‘Ik heb dit dus áltijd!’

Of dat waar jij en ik voor gaan, ook gaat lukken de komende tijd weet niet niemand. Ik weet wel dat ik blijf oefenen met het glimlachen naar al die voorspellende gedachten, al die wolken in mijn hoofd. En soms vergeet ik het helemaal. En dan vind ik mezelf daarom een sukkel.

Zal ik anders mijn hart nu al wat open zetten? En zo de straat op gaan, de wereld in? En zal die leuke vrouw toch nog bedenken dat ze heus wel mij kan blijven zien, ondanks haar plannen?

Want nogmaals: niemand dacht dat het zou kunnen lukken, totdat er iemand langskwam die dat niet wist.